Verboden vrucht

Verbod en verbanning. Soms werpt het angst en intimidatie op, maar vaker zorgt het gegeven van de verboden vrucht juist voor meer aantrekkingskracht. Daarom dat ik, toen ik in 2016 door de broeierige steegjes van Barcelona slenterde en markthallen vol viskoppen en aan haken hangende jamón ibérico doorkruiste, plotseling in de inkomhal van cultuurcentrum El Born stond.

Meters en meters voordien had ik de vlaggen die windstil aan de lantaarnpalen op de Passeig de Picasso bengelden, al opgemerkt. ‘La Setmana de la Cultura Prohibida’. Ik wist met mijn beste Spaans: dit is promotie voor een cultureel event. Ik hoopte met mijn slechte Catalaans: een literair festival? Mijn ogen stonden op scherp terwijl ik naar links keek, en de glasrijke gevel zag met een groot reclamebord waarop de covers van literaire klassiekers als Lolita, Madame Bovary en Alice in Wonderland waren afgebeeld. Dit zou zo’n dag worden: van viskoppen, jamón en een cultureel buitenkansje.

Wat ik binnen aantrof, was een expo in de schaduw – letterlijk – over literatuur die ooit gecensureerd of verbannen was. Internationale romans, maar ook jeugdboeken en literaire werken uit de Catalaanse literatuur, hingen trots aan de binnenmuren van het gebouw, hoewel ze ooit in de schaduw moesten leven. Boeken die van hun vrijheid beroofd werden, veroordeeld werden te zwijgen of onverbiddellijk ergens in een donker bibliotheekmagazijn belandden. Omdat de auteurs ervan een nieuw bewustzijn wilden creëren en naar verandering zochten in een beklemmende tijdsgeest.

Want waar grote literatuur wordt gecreëerd, ligt ook grote censuur op de loer. Zoals bij Gustave Flauberts Madame Bovary(1857) die hem naar de beklaagdenbank leidde in een opzienbarende rechtszaak, omdat hij hiermee de poëzie van het overspel verspreidde en met overdadig realisme de banaliteit van het provinciale leven beschreef. Hoewel de openbare aanklager het boek omschreef als een roman met een afschuwelijke moraal, joeg het publieke schandaal de verkoopcijfers flink de hoogte in.

Of toen Lolita (1955) door vier Amerikaanse uitgeverijen geweigerd werd, en de Parijse uitgeverij Olympia Press – gespecialiseerd in erotische fictie – de roman uitbracht. ‘Rampant pornography’ en ‘een van de meest beestachtige boeken die ik ooit las’, vond een columnist en het boek werd op slag uit de rekken gehaald in Groot-Brittannië, Frankrijk, Argentinië, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten. Ironisch genoeg werkte de censuur ook hier als een springplank, want in slechts drie weken tijd verkocht Nabokov 100 000 exemplaren van zijn roman.

Zelfs kinderboekenauteurs ontsnapten er niet aan. Zoals de grote Roald Dahl, in wiens eerste uitgave van Charlie and the chocolate factory (1964) de Oempa Loempa’s werden afgebeeld als Afrikaanse pygmeeën. Ongehoord, vond men: ze zouden behandeld worden als slaven en Dahl werd gebombardeerd tot racist, waarna het boek meermaals werd aangepast.

Of wat dacht je van het eeuwenoude sprookje – met een al even lange censuurgeschiedenis – Roodkapje (1697) van Charles Perrault. De oudste versie bevatte gewelddadige, seksuele en kannibalistische elementen – grootmoeder in stukken snijden en haar bloed bewaren, Roodkapje die bij de wolf in bed kruipt alvorens haar op te eten? – maar de gebroeders Grimm – de Walt Disney’s van hun tijd – wisten het te herschrijven en verbloemen. Californië verbande het sprookje dan weer omdat er in Roodkapjes mandje naast cake ook wijn zat. En geen fles uit Napa Valley, gok ik dan.

Geplaatst door

Liesbeth is schrijver en verhalenmaker. Schrijft (over) literatuur en ander lekkers.

Een reactie op “Verboden vrucht

Reacties zijn gesloten.