Plots zijn daar: bloesems, zonnestralen en vogelgefluit. Licht en leven na een donkere winter, iets wat we zo nodig en graag hadden. De eerste groenten die zich in de moestuin durven laten zien. Een kakelverse lente kondigt zich aan met deze salade waarin geitenkaas, asperges, radijsjes en waterkers de scepter zwaaien.
Voor de salade:
- Bussel waterkers
- Groene asperges
- Radijzen, in dunne schijfjes
- Blauwe bessen
- Geitenkaas, in schijfjes
- Notenmengeling (hazelnoten, walnoten, amandelen …)
- Honing
- Balsamicoazijn
Voor de gepekelde rode ui:
- 1 rode ui, in fijne ringen
- Enkele jeneverbessen
- Sap van 1 sinaasappel
- Sap van 1 citroen
- 1 eetlepel appelazijn
- 1/2 theelepel zout
Voor de dressing:
- 125g zure room
- Enkele blaadjes munt, fijngehakt
- 3 theelepels frambozenazijn
- Sap van een halve limoen
- Peper en zout
Pekel eerst de rode ui, want die heeft zijn tijd nodig. Blancheer eerst de uiringen 5 minuten in heet water, tot ze zacht zijn maar toch nog beet hebben, en laat uitlekken. Het brouwsel dat voor the magic zal zorgen, maak je met het sap van sinaasappel en citroen, appelazijn en zout. Giet het mengsel over de uiringen en voeg enkele geplette jeneverbessen toe. Dek af en laat minimum twee uur trekken.
Het mag buiten dan wel stilaan warmer worden, de geitenkaasjes moeten nog een jas aan. Hak daarvoor de noten fijn en rol de kaasjes erdoor. Bak ze in een gloeiend hete pan, terwijl je er wat honing en balsamico over sprenkelt. Draai ze een keer om en haal ze eruit als er smeltingsgevaar optreedt.
Meng voor de dressing de zure room met frambozenazijn, munt en limoensap in een kommetje, en kruid af naar eigen smaak. Schil en gril de groene asperges in een hete pan. Stel de salade samen door de lauwwarme geitenkaasjes op de waterkers te schikken. Gooi er de asperges, radijzen, blauwe bessen en gepekelde rode ui bij en werk af met de dressing.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.