Columns schrijven hard labeur? Deze columnisten doen het voor!

Met rasse schreden nadert ze: de deadline van de jaarlijkse This Is How We Read Columnwedstrijd! Heb je al een tekst klaarliggen, maar twijfel je nog over wat aanpassingen? Of heb je nog geen idee waar te beginnen en waarover te schrijven? Dan komt hier je redding, mensen, want deze zeven columnbundels tonen hoe het moet.

1. Nico Dijkshoorn, ‘Alles & niets’ (Atlas Contact, 2017) 

De vierde bundel van de huisdichter van De Wereld Draait Door is dit alweer, met stukken uit De Volkskrant, Het Nieuwsblad en Nieuwe Feiten waarin Nico Dijkshoorn de maatschappij en zijn mensen door de mangel haalt. Absurd, sarcastisch en met vergrootglas speelt de norse, milde man op het scherpst van de snede, slaat bij momenten wild met zijn woorden om zich heen. Zoals alleen een Nederlander dat kan.

‘Door een ingewikkelde schenkbeweging kunnen moderne koffiezetters een dennentakje op je koffie laten drijven. Waarom weet niemand. (…) Ik heb nog geen enkele keer een hakenkruis weg zitten slurpen of zitten roeren in de uit melk uitgegoten anus van Jeff Koons.’ – uit ‘Bamboesuiker’

2. Marnix Peeters, ‘Zei mijn vrouw’ (Pottwal, 2017) 

In deze prettig lezende eerste uitgave van Pottwal Publishers bundelt Marnix Peeters zo’n 50 columns voor De Morgen. Voor de originele insteek laat hij zijn vrouw Jana opdraven als commentator, terwijl hij stukjes pent over vogels en zijn schrijversleven in Burg-Reuland. Niks geen viezigheid deze keer, maar poëtische reflecties en gesprekken als een vlotte tennismatch. Le nouveau Marnix Peeters est arrivé, leek het even.

‘En ziehier, ging ik al scrollend verder: Bumba-luiercrème. Bumba beschermt en verzorgt de billetjes. Bumba moet vooral overal afblijven, zei mijn vrouw lachend.’ – uit ‘Zoossissen’

3. Luc De Vos, ‘De roes van het heden’ (Atlas Contact, 2015)

Gorki-zanger, volksheld, schrijver, columnist: Vos (1962-2014) was niet voor één gat te vangen. Christophe Vekeman bracht zijn ‘columnpjes’ (De Standaard, Menzo, Zone 09) postuum samen in deze bundel. Ze klinken als een stem uit een andere wereld – de wondere wereld van Vos – vol voetbal, melancholie en wellust. Zijn eenvoudige taal met complexe ondertoon en talent voor ironie is aangenaam troostend om te lezen.

‘Columnisten zijn slechts zelden zielen in nood – daarvoor zijn ze doorgaans te zeer overtuigd van zichzelf -, maar schier elke column van Luc lijkt ons in een lege wijnfles met de kurk erop te bereiken.’ – Christophe Vekeman

4. Guillaume Van der Stighelen, ‘Antwerpen in stukjes’ (Houtekiet, 2013)

Met de stad als inspiratiebron zette Guillaume Van der Stighelen zich elke dag in een hoekje van Lojola – het toenmalige taartenhuisje van dochter Joline op het Conscienceplein – om er mensen en dingen te observeren. In zijn columns voor stadsmagazine CittA tekent hij de verhalen op van het grote hart en de vele kleine zieltjes van ’t Stad. Even hartverwarmend als de koffie die bij Lojola geserveerd werd!

‘De wereld. Wat kan het haar schelen. Mannen. Nog minder. De stad. Ach, de stad. De plaats waar je niet de enige bent die zich alleen voelt op de wereld.’ – uit ‘Kijk’

5. Simon Carmiggelt, ‘Gedundrukt’ (Van Oorschot, 2013)

Dé Nederlandse schrijver-over-alledaagse-dingen moet Carmiggelt (1913-1987) zijn, die in zijn leven maar liefst 10.000 cursiefjes neerpende, waarvan dit boekje een selectie is. Hoewel er wat stof ligt op de tijdsgeest en de vertelstijl, onthult hij met scherpe observaties en meesterlijke ironie dagelijkse situaties waarin mensen verbergen wat ze werkelijk voelen.

‘De bioscoop heeft ons bedorven, geloof ik, door de liefde altijd in een cellofaantje van glamour te verpakken. Wie maakt eens een Romeo en Julia met twee lelijke mensen? ’t Zou best mooi kunnen zijn.’ – uit ‘Liefde’

6. Renate Rubinstein & Peter van Straaten, ‘De dagen’ (Augustus, 2011)

In hetzelfde rijtje staat Renate Rubinstein (1929-1990), de koningin van de column en bovendien minnares van Carmiggelt. Onder invloed van de frivole tekenaar Peter van Straaten ontpopt ze zich tot filosofisch-poëtische chroniqueur van het dagelijks leven. De sterke verhouding tussen tekst en beeld maakt van dit boekje een verkwikkende cursus ‘hoe-te-leven’ in de onontkoombare alledaagsheid van het bestaan.

‘Dat de dingen je blijven verrassen komt niet doordat ze anders zijn dan je gedacht had, maar doordat je er nooit aan gedacht hebt. Dacht ik maar wat meer. Dan zou niets me meer verbazen en had ik het leven onder de knie.’ – uit ‘Slakken’

7. An Olaerts & Klaas Verplancke, ‘Achterwerk’ (Vrijdag, 2011)

Dezer dagen is ze columnist bij De Standaard, maar jarenlang vulde An Olaerts Vacature Magazine met rechttoe rechtane, humoristische columns over werk en de arbeidsmarkt. This Is How We Read liet haar bovendien aantreden als gastjurylid tijdens hun eerste Columnwedstrijd, waar ze enkele goede column-tips weggaf. Daarom, om deze lijst mee af te sluiten: dit kleine, door Klaas Verplancke prachtig geïllustreerde rode boekje waarin 37 stukjes gebundeld zijn. Doe er je voordeel mee!

‘Dit is het ‘Achterwerk’, een hoofdkussenboekje voor ijverige mensen, iets om te lezen als u na een drukke dag eindelijk mag gaan slapen.’

9C347094-03FA-41D1-84A2-7E738F79C6A8

Dus, columnisten in de dop: hou je ogen open, je pen scherp en zet nú die 500 woorden hilariteit, overpeinzingen en taalplezier op papier. Tot vrijdagmiddag heb je nog voor het indienen van je column. Veel succes!

Geplaatst door

Liesbeth is schrijver en verhalenmaker. Schrijft (over) literatuur en ander lekkers.